10 voorbeelden ter inspiratie voor het profiel Stijn

1) Onderzoekend leren

Stijn creëert graag situaties waarin leerlingen zelf kunnen ontdekken.  Op de website http://www.ru.nl/wetenschapsknooppunt/ is een poster te vinden met daarop de zeven stappen van onderzoekend leren verbeeld in de vorm van een onderzoekscyclus. Op deze manier kun je het onderzoeksproces en de stap waarin kinderen zich bevinden duidelijk maken. Handig om op te hangen in de klas bij een project onderzoekend leren. Om hun onderzoek te structureren kunnen leerlingen een onderzoeksplan opstellen. Dit helpt leerlingen om na te denken over wat ze willen onderzoeken en hoe ze dat gaan aanpakken. In dit proces van onderzoeken is Stijn aan het observeren en sluit hij steeds bij een groepje leerlingen aan. Hij expliciteert samen met de leerlingen de ontdekkingen en verankert zo relevante leerervaringen.

2) Zoek het uit!

Zoek het uit is een productie van
Klokhuis, beschikbaar op website zoekhetuit.hetklokhuis.nl,
maar ook in een App. Daarnaast is er een ‘Zoek uit het’ boek en zijn er allerlei tv-uitzendingen van Zoek het uit. Met deze verschillende hulpmiddelen kunnen kinderen zelfstandig aan de slag gaan met interessante onderzoeksvragen. Daarbij horen natuurlijk ook proefjes en experimenten. Zoek het uit heeft onderzoeksvragen voor de onder-, midden- en bovenbouw.

Op school is dit in te zetten door leerlingen zelf te laten kiezen welke onderzoeksvraag zij interessant vinden. En hiermee aan de slag te laten gaan. Na de uitvoering kunnen zij de bevindingen eventueel presenteren aan de rest van de klas. Er kunnen ook onderzoeksvragen gezocht worden die passen bij een bepaald thema.

3) Challenges

Een challenge is een uitdaging die je leerlingen geeft. Challenges kenmerken zich doordat leerlingen op een onderzoekende manier zelf tot een oplossing moeten komen voor de uitdaging.

Een challenge kan perfect gekoppeld worden aan een les die gegeven is in de klas. De challenge is dan een verdiepende opdracht die bij dezelfde lesstof aansluit.

De leerlingen in groep 6 hebben bijvoorbeeld geleerd hoe ze de inhoud van een kubus moeten berekenen. Vervolgens krijgen ze allerlei formaten echte dozen. De challenge is om zo veel mogelijk dozen in een bepaalde ruimte te krijgen.

In groep 4 hebben de leerlingen verschillende brugconstructies bekeken. Zij moeten nu met spaghetti een brug maken, de leerlingen worden hierdoor uitgedaagd om verschillende manieren van construeren uit te proberen.

Challenges kunnen van groep 1 tot en met 8 ingezet worden. Ook voor het voortgezet onderwijs zijn challenges erg geschikt. De leerkracht begeleidt en stelt verdiepende vragen. Ook zorgt de leerkracht ervoor dat de opgedane kennis wordt geëxpliciteerd.

 

4) Peer tutoring

Stijn wil leerlingen met elkaar laten samenwerken. Een vorm die hij vaak toepast is peer tutoring. Bij peer tutoring leggen leerlingen aan elkaar uit wat ze denken, vinden, doen, hoe ze iets op kunnen lossen, etcetera. De medeleerling (tutor) neemt de rol van de leerkracht over. In groep 1/2 kan dit plaatsvinden doordat een oudste kleuter een werkje uitlegt aan een jongste kleuter. Ook kan het op school vorm krijgen doordat groep 8 leerlingen met groep 3 leerlingen gaan lezen. Maar ook binnen een groep kunnen ‘sterkere’ leerlingen stof uitleggen aan de leerlingen die de stof nog moeilijk vinden. Peer tutoring kan op alle niveaus en in alle groepen.

De leerkracht loopt bij peer tutoring rond. Tijdens het samenwerken sluit de leerkracht aan en stimuleert de leerlingen om door de interactie met anderen hun eigen kennis te verdiepen. Daar waar passend expliciteert hij bijvoorbeeld de inbreng van verschillende leerlingen en stelt hij verdiepende denkvragen.

5) In het nieuwe jaar..

Stijn vindt het belangrijk dat leerlingen autonomie hebben over het eigen leerproces. Een onderdeel hiervan is dat leerlingen zelf kunnen aangeven wat ze graag willen leren, ontdekken en ontwikkelen. Leerlingen vullen dit formulier in en bedenken wat zij in het nieuwe jaar willen leren, lezen, verbeteren, proberen, veranderen etc.
Hetzelfde principe kan ook gebruikt worden met betrekking tot een nieuwe blok of een nieuwe les. Dan kan de leerlingen ook gevraagd worden wat ze willen leren.

bron: www.meestertim.nl

6) Het vragenmachientje

Bij het onderzoekend leren stellen leerlingen zelf onderzoeksvragen op die zij vervolgens beantwoorden. Het vragenmachientje helpt leerlingen om te onderzoeken of een vraag die ze hebben bedacht ook een goede onderzoeksvraag is. De vraag wordt langs verschillende criteria geleid. De vraag valt uit het machientje zodra hij niet voldoet aan één van de criteria. 

7) Placemat hypothesen

Onderzoeksvragen kunnen in de klas ook spontaan om de hoek komen, zonder dat er bewust een thema onderzoekend leren is gestart. Dit is het geval wanneer leerlingen in de klas een interessante onderzoeksvraag opmerken. Bijvoorbeeld ‘waarom zijn de planten bij het raam harder gegroeid dan de planten in de gang?’. Stijn zou hier als leerkracht op ingaan.

De leerlingen kunnen hypothesen opstellen om de onderzoeksvraag te verklaren. Dit doen zij met de werkvorm placemat (coöperatieve werkvorm). In groepjes van 4 leerlingen schrijven de leerlingen individueel hun ideeën op. Later bekijken zij wat de overeenkomsten zijn tussen de verschillende ideeën. De leerkracht loopt hierbij rond en begeleidt: hij/zij onderzoekt de denksporen van leerlingen en stelt verdiepende vragen.

Stijn stimuleert samenwerkend leren tussen leerlingen. Door interactie met medeleerlingen ontstaan rijke leerervaringen omdat er ruimte is voor meer verschillende perspectieven.

8) Rekenwonders


Rekenwonders is een methode voor het rekenonderwijs. Rekenwonders heeft een aantal soorten opgaven in zich waarbij leerlingen zelf kunnen ontdekken. Dit onderdeel is te herkennen aan het grijze kader. De leerlingen onderzoeken verschillende mogelijke antwoorden op rekenvragen. Ze passen nieuwe kennis toe en doen dit op verschillende manieren. Bij dit onderdeel wordt in groepjes gewerkt.
Ook zijn er opgaven waarbij het reflectief vermogen van kinderen wordt aangesproken. Dit onderdeel heet ‘mijn rekendagboek’. De leerlingen reflecteren, samen met de leraar, via een opgave of vraag op wat ze in het betreffende blok geleerd hebben. De leerlingen leren zo na te denken over hun eigen leren (metacognitie).

9) Deze week heb ik ontdekt

Bij Stijn-activiteiten zijn leerlingen vaak in samenwerking met elkaar aan het ontdekken of onderzoeken. Het is belangrijk dat de leerervaring geëxpliciteerd wordt. Dit geldt voor activiteiten van jonge kinderen, maar ook bij de oudere kinderen. Stijn doet dit door leerlingen te laten stilstaan bij het geleerde, zowel het leerdoel als het leerproces. Een hulpmiddel hierbij is de poster ‘deze week heb ik ontdekt’. Hierbij verwoorden de leerlingen in groepjes wat ze deze week ontdekt hebben over een bepaald thema / project / lessenserie. Hiermee expliciteren de leerlingen wat ze geleerd hebben.

10) 5 minuten coöperatief

Stijn maakt in zijn lessen regelmatig gebruik van coöperatieve werkvormen. Tijdens coöperatief leren zien we een grotere breinactiviteit dan wanneer kinderen enkel luisteren of alleen leerstof verwerken. En als de samenwerking prettig verloopt, is er ook hier sprake van meer toevoer van dopamine.


5 minuten coöperatief is een set met daarin 40 kaarten . Op alle kaarten staan korte spellen die 5 minuten duren en waarbij leerlingen in coöperatieve werkvormen aan de slag gaan.

De werkvormen zijn in te zetten in alle groepen.