10 voorbeelden ter inspiratie voor het profiel Astrid

1) Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip is een methode voor begrijpend lezen. Elke week worden er actuele teksten op de site geplaatst met daarbij passende opdrachten. Nieuwsbegrip maakt betekenisvolle teksten voor de leerlingen, omdat deze altijd gaan over de actuele gebeurtenissen van die week. Ook is er een jeugdjournaal aflevering gemaakt bij de teksten, die te bekijken is in de klas.

Daarnaast biedt Nieuwsbegrip de leerlingen in de lessen vijf strategieën aan waarmee de leerling de tekst kan leren begrijpen. Deze strategieën komen afwisselend terug in de lessen en worden in moeilijkheidsgraad opgebouwd.
Nieuwsbegrip is passend bij Astrid vanwege de nadruk op de leerstrategieën en de betekenisvolle koppeling met de actualiteiten.

2) Venn diagram

Astrid helpt haar leerlingen nieuwe leerstof te structureren. Een mogelijkheid om dat te doen is door verschillen en overeenkomsten te expliciteren. Een fijn hulpmiddel hierbij is de venn diagram (ook gebruikt in verschillende methodes voor begrijpend lezen). Met het venn diagram worden verschillen en overeenkomsten in beeld weergeven. Door hoepels te gebruiken in de klas en woordkaartjes die verplaatst kunnen worden, wordt de venn diagram nog betekenisvoller gebruikt in de les.

3) Gevarieerde context

Breuken is een ingewikkeld onderwerp wat in groep 6 van het basisonderwijs aan bod komt. Astrid vindt het van belang dat leerlingen in verschillende contexten met breuken in aanraking komen. Hierdoor ontstaat er een uitgebreider netwerk in het brein.

Bij de introductie van de les over het onderwerp breuken neemt de leerkracht een taart mee naar school. Deze verdeelt ze in een aantal stukjes,  op die manier wordt het concept breuken uitgelegd. Daarna wordt de klas in een aantal groepen verdeeld, 1/4 van de klas staat bijvoorbeeld in de gang. Ook worden de breuken met breukenstokken behandeld, bedenken leerlingen breuksommen voor elkaar, komen de breuken in het werkboek van de methode aan bod en tot slot oefenen de kinderen de breuksommen op de computer. Ter ondersteuning wordt ook de breukenposter opgehangen in de klas.

bron: www.meestertim.nl

4) Voorkennis alfabet

Astrid vindt het heel belangrijk om de voorkennis bij leerlingen te activeren. Een leuke manier om dit te doen is met het voorkennis alfabet. Deze werkvorm is geschikt voor midden- en bovenbouw. Maar wanneer het samen met de leerkracht wordt gedaan kan het ook in de onderbouw al worden toegepast.
De groep wordt verdeeld in groepjes van 4 of 5 leerlingen. De groepjes krijgen een flipovervel en een onderwerp. Bij elke letter van het alfabet moeten de groepjes woorden opschrijven die bij het onderwerp horen (bijvoorbeeld om en om één woord). Hier krijgen ze tien tot vijftien minuten voor. Daarna hangen de leerlingen de vellen naast elkaar en vergelijken ze de woorden onder begeleiding van de leerkracht. Hierna kan er een woordveld van gemaakt worden, een mindmap of er kan een klassengesprek plaatsvinden.
Na het activeren van de voorkennis gaat Astrid over tot de instructie van haar les, waarbij ze aansluit bij de voorkennis van de leerlingen.

5) Leren is een makkie

Op de website www.lereniseenmakkie.nl zijn allerlei tips, stappenplannen, hulpmiddelen en ideeën geplaatst om leerlingen te helpen bij het leren van een bepaalde vaardigheid. Zo staan er schema’s op waarmee je verschillende voornaamwoorden van elkaar kan onderscheiden, maar bijvoorbeeld ook een stappenplan hoe je een meerkeuzevraag handig kan beantwoorden. Alle dingen die op deze website te vinden zijn, helpen leerlingen vooral om de te leren stof te structureren. Ook helpt het leerlingen om te leren leren.
Door leerstof te structuren zijn leerlingen actief bezig met de leerstof en dit werkt positief voor het begrijpen van de kennis. Daarnaast zorgen schema’s en modellen ervoor dat leren gemakkelijker gaat, omdat het brein ook als een netwerk werkt.

6) Spellingscategorieën

In het basisonderwijs worden spellingscategorieën vaak gestructureerd aan de leerlingen aangeboden. De structuur die er aan vast hangt, ondersteunt de leerlingen bij het aanleren van de kennis en het toepassen in de praktijk.

De methode Zo leer je kinderen lezen en spellen biedt de verschillende spellingscategorieën bijvoorbeeld aan de leerlingen aan door middel van hakkaarten en categoriekaarten. Allebei zijn dit hulpmiddelen om de leerlingen te ondersteunen in het structuren van de kennis.

Ook taal in blokjes (speciaal geschikt voor kinderen met dyslexie) biedt de klanken gestructureerd aan de kinderen aan. De verschillende soorten klanken krijgen een andere kleur en met verschillende klanken worden woorden letterlijk opgebouwd.

7) Betekenisvolle les

Astrid wil de leerstof in een betekenisvolle context aan haar leerlingen aanbieden. Dit kan in alle groepen van de basisschool en bij allerlei verschillende vakgebieden. Bijvoorbeeld in groep 1/2 door middel van een spannende brief.

Er komt een brief van burgemeester Berenbrught van Beverdam binnen in groep 1/2. Hij laat de kinderen weten dat hij het leuk zou vinden als er een dierentuin in de stad komt. De burgemeester vraagt de kinderen of zij hem willen helpen. De les start met het prentenboek ‘naar de dierentuin’ van Reina Ollivier en Madeleine van der Raad. Vervolgens gaan elke dag van de week groepjes leerlingen aan het werk met een probleem rondom de dierentuin. Dit probleem wordt in de kring geïntroduceerd. Het eerste groepje moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat de verschillende diersoorten niet door elkaar heen lopen, terwijl een ander groepje moet zorgen voor passend eten voor de dieren.

8) Strategieschrift

Leerlingen kunnen tijdens de rekenles gebruik maken van een strategieschrift. Een strategieschrift is een schrift met daarin allerlei uitgewerkt strategieën om verschillende soorten sommen uit te rekenen. In dit strategieboekje kan de leerling de strategie op een ander moment terugzoeken. Bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig werken.

Door het gebruiken van het strategieschrift tijdens een instructie bouwen leerlingen actief nieuwe kennisschema’s op. Letterlijk overschrijven heeft minder effect. De leerling moet er over nagedacht hebben, even mee hebben gestoeid. Voor de leerkracht is het heel waardevol om de notities van de leerlingen te lezen. Het geeft inzicht in het begrip dat de leerlingen hebben van de leerstof.

9) Het grote rekenboek

Het grote rekenboek is een handig overzicht van alle rekenstrategieën. De rekenstrategieën worden op een duidelijke manier uitgelegd met schema’s en voorbeelden. Dit boek is een opzoekboek voor leerkrachten, maar ook geschikt voor leerlingen. Daarnaast kan het een hulpmiddel voor scholen zijn om afspraken te maken over hoe de verschillende soorten rekenstrategieën op school aan de kinderen worden aangeboden. Op die manier kan een doorgaande lijn worden verzekerd.

Alle rekenonderdelen komen gestructureerd aan bod: getalbegrip, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, breuken, procenten, meten en maten, geld, klok en kalender, meetkunde, perspectief, kaartbegrip en grafieken en diagrammen.

10) Schema’s en modellen

Astrid gebruikt graag schema’s en modellen om leerstof voor kinderen te structureren. Deze schema’s en modellen zijn vaak als posters in de klas terug te zien. Ze zijn er voor allerlei vakgebieden en groepen. In groep 4 kan er een poster in de klas hangen met daarop de tafels visueel afgebeeld, in groep 5 hangt er een poster waarop de structuren van de klok worden uitgelegd en in groep 7 hangt er een hulpposter voor het rekenen met breuken en procenten.

Astrid leert haar leerlingen vooral hoe ze deze informatie kunnen toepassen bij het oplossen van vraagstukken. Ze legt de nadruk hierbij op het proces.